Campagne geslaagd, boeken geleverd! Ik werk nu aan de distributie. Lees erover in de laatste update die ik ook op mijn campagnepagina van Voordekunst plaatste.

update 7:

Een adelaarsjongen met hoogtevrees

‘Hoe voelt dat, nu je je boek echt in handen hebt?’
Of:
‘Je bent zeker trots dat het er eindelijk is?’

Ruim een week nadat mijn roman verscheen, begint de distributie van de boeken op gang te komen. Bij mensen die in de buurt wonen breng ik een exemplaar langs. Voor hen die ik toch binnenkort zal ontmoeten neem ik ze bij gelegenheid mee. De eerste exemplaren met de post zijn verzonden en deze week volgen er meer. Wie er nog geen heeft: komt eraan.

(Ontzettend leuk trouwens om ze zelf af te leveren achter de voordeuren waar mijn verhalen straks een eigen leven gaan leiden in die lezende hoofden. Dat is een voordeel van eigen beheer!)

Maar die vragen van hoe het voelt dit boek te hebben gebaard, brengen me telkens in verlegenheid. Op zoek naar een bruikbare vergelijking heb ik er al een paar verworpen. Vanochtend in halfslaap kwam de idee van een celdeling op en die komt redelijk in de buurt van mijn ervaring. Ik ben de ene cel, Borsthonger de andere. Onze levende wanden plakken nog aan elkaar, ik wil controle op die andere cel of op zijn minst weten wat er binnen die andere wand omgaat – maar ik kan er niet meer bij. Het is een eigen entiteit geworden.

En dat is precies het mooie van het publiceren van een verhaal: dat het zijn eigen leven gaat leiden. Moeilijk maar magisch en mooi. Kom maar op met dat cliché van de moeder die haar kind ziet vertrekken, de wijde wrede wereld in.

Wat mij weer doet denken aan een natuurfilm die me ooit beroerde. Een enorme adelaar zit met zijn volwassen kuiken aan de rand van hun nest. Het nest kijkt uit over een brede en honderd meters diepe kloof, dit moet de Grand Canyon zijn. De voice over vertelt dat het gaat om een vader-adelaar die zijn kind vliegles wil geven. Maar het kuiken durft niet. Hoogtevrees? Niet zo handig voor een aspirant-adelaar. Vader zet keer op keer af en slaat de brede vleugels uit, vliegt een ronde, stijgt op de thermiek om dan weer naast zijn nazaat te landen. Kijk, zo doe je dat, appeltje-eitje! Vaderadelaar probeert zijn kind met zachte dwang te bewegen de sprong te wagen, kuiken klampt zich vast aan de rand van de afgrond. Dit duurt zo een tijdje. Moeder komt ook eens kijken en gaat verderop zitten. Totdat vader het zat is en zijn jong een fikse duw geeft. Dat duikt in de diepte, slaat zijn wieken uit en zweeft majesteitelijk weg.

Vader kijkt hem na. Zo ongeveer.