Als je iets gelooft, betekent dit dat je het aanneemt. Je accepteert, en schakelt daarbij de kritische vermogens uit die je anders ertoe zouden brengen de kwestie te bevragen: is dit wel zo, zie ik niets over het hoofd, welke andere kanten zit er aan deze waarheid?

Daarmee is geloven, behalve het uitschakelen van je intellect, een positieve daad. Een gebaar van overgave en acceptatie. Je stopt met je eeuwige kritische kanttekeningen en omarmt iets als een gegeven.

Maar pas op, die laatste formulering is meteen al tendentieus. Dat ‘eeuwige’ duidt op gezeur. Zaken bevragen en een kritische houding worden hiermee hinderlijke neigingen waarmee je anderen voor de voeten loopt. En laten we het intellect niet overschatten in zijn aandeel in het begrijpen van de wereld.

Deze terughoudendheid komt vast voort uit mijn jeugd. Waar ik als zesde loot in ons gezin aanzag wat er allemaal gebeurde en pas langzaam maar zeker (want ik kwam pas net kijken) vragen durfde te gaan stellen bij wat beweerd werd, of verzwegen, of voor lief genomen. Of bij wat ik misschien gemist had. Mijn moeder moedigde mijn nieuwsgierigheid aan met de woorden ‘wie niks vraagt komt ook nooit iets te weten’ of iets van die strekking. Maar als ik, bij haar of mijn grote broers en zussen, te lang op zaken doorvroeg moest ik toch op zeker moment mijn mond houden. Want het ging me niks aan. Of ik was er te klein voor. Of ik moest me niet bemoeien met zaken waar ik geen verstand van had. Terwijl ik wilde leren, begrijpen.

Iedereen wil weleens iets kwijt. Je gooit een emotie of mening eruit en denkt dat je er dan vanaf bent. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Degene tegen wie je iets zegt, ik in dit geval, ik verwerk op mijn manier wat ik hoor. Ik heb er mijn eigen gedachten bij en wil weten hoe iemand iets precies bedoelt, als is het maar om erachter te komen of ik goed heb begrepen wat die ander zeggen wilde. Lastig? Vast, maar dat is dan even niet anders. Mensen raken ook geïrriteerd, want mijn vragen dwingen om opnieuw na te denken over wat je zegt. En dan kom je er misschien achter dat het toch meerdere kanten heeft, dat iemand anders de keerzijde kan ervaren van jouw standpunt, dat het misschien allemaal net iets genuanceerder ligt dan de primaire mening die jij er zojuist uitgooide. Het ging jou erom de eigen emotie, mening of irritatie kwijt te raken door hem te uiten. Daarbij zat je niet te wachten op een weerwoord. ‘Wat een vervelende betweter zeg, die mij zo durft te bevragen. Het is gewoon zó als ik het zeg, en daarmee basta.’

Nu is het mijn rol van verhalenverteller en journalist, om juist door te vragen. Om het fijne te weten te komen van wat iemand beweert. Zo worden we misschien wel weer wat wijzer. Als we altijd maar alles bleven nabauwen wat onze voorouders geloofden, dachten we nu nog dat de aarde plat was.

Het geloof wordt al duizenden jaren gebruikt om de mensen dom te houden. Ook dat zegt mijn moeder. Die zich net als ik ergerde in de kerk wanneer ze luisterde naar het gebazel van de pastoor. Het lukte ons gewoonweg niet om die woorden op te vatten als rituele bezweringen, nee, wij moesten het zo nodig letterlijk nemen en bevragen. In mijn geval leidde dit onvermijdelijk tot een radicale breuk met het geloof. En dat leidt bij mij soms nog steeds tot onbegrip en irritatie jegens uitingen van gelovigheid.

Ik hoef het hier niet te hebben over de intolerantie tegenover niet-gelovigen wereldwijd. Maar als ik vragen stel bij wat anderen geloven, lijkt dat soms over te komen als onrespectvol. ‘Respect voor alle religies!’ was een reactie, nadat ik op Facebook een bericht postte over een onderzoek waaruit bleek dat ongelovige mensen intelligenter zijn dan gelovige. Ik had dat artikel niet eens gelezen maar vond het gewoon leuk om een beetje te jennen.
Trouwens, dat dankt je de koekoek zeg, dat ongelovigen slimmer zijn. Als je alles maar gewoon gelooft en aanneemt, blijf je dom. Neem klimaatontkenners: meestal types uit de meest conservatief-religieuze uithoeken van de VS. Onder het mom van religieus gedreven argumenten (‘de mens moet zich niet belangrijker maken dan hij is in Gods schepping’) proberen ze hun eigen (financiële) belangen in de olie-industrie te verdedigen.

Dus, lieve mensen. Ik kan hier een lang semantisch betoog houden over geloof en religie, maar dat ga ik niet doen. Niet omdat ik er geen verstand van heb, maar omdat het niet per se interessant is wat ik ervan vind. Als ik een berichtje post over gelovigen en ongelovigen, en wie al dan niet slimmer zou zijn dan de ander, dan is dat niet omdat ik gelovigen niet respecteer. Integendeel, ik tel gelovige zielen onder mijn beste vrienden. Maar door je te bevragen, laat ik zien dat ik je uiterst serieus neem. En dat jij zelf je eigen aannames misschien ook wel een tikje serieuzer zou kunnen nemen.

https://www.nu.nl/wetenschap/5108636/atheisten-intelligenter-dan-gelovigen.html