Tegenover het nageslacht hebben we een morele plicht tot optimisme. Maar pessimisten krijgen meestal gelijk. Ook al hoop je van niet. Ooit, in een jeugdige bui van filosofische overmoed, bekende ik me tot het pessimisme, wat ik deed uit optimisme. Het voordeel van pessimist zijn is dus dat je vaak gelijk krijgt. Ook al wil je helemaal niet betweterig overkomen. Feit is wel dat ik al op de vijfde klas van de lagere school een milieuactivist was. Al had ik, diep in de jaren zestig, nog nooit van dat woord gehoord. Het naburige DSM pompte gore lucht en stinkend afvalwater in onze leefomgeving. Uit protest schreef ik een protestversie op de melodie van het ‘Bronsgroen eikenhout’, en ik kreeg zelfs een deel van mijn klasgenootjes mee om dat te zingen op Koninginnedag, voor het bordes van het gemeentehuis.

Als je uitgelachen bent om dat beeld, bedenk dan even hoe lang de omwonenden van Tata Steel al bezig zijn om die grootvervuiler aan te pakken. Geknecht, want je bijt niet in de hand die je voedt. En hoe gemakkelijk de overheid, die ons moet beschermen, het zulke grootvervuilers maakt. Ze worden ook nog eens grif gesubsidieerd voor hun vervuilende en de ziekmakende activiteiten.

Tot zover de pessimist. De optimist zegt: maar kijk, langzaam begint het te verschuiven. Tata wordt aangepakt, Shell wordt aangepakt, ABP, andere molochen zullen volgen. (De landbouwsector is een ander verhaal, de meeste boeren zitten gevangen in een door gierige consumenten, supermarktketens en scheutige banken geschapen wurgsysteem).

Vandaar dat ik de mensen van Urgenda op de cover heb gezet. In hun midden de onvermoeibare Marjan Minnesma, die flink wat standbeelden verdient als het aan mij ligt. Urgenda gaat niet alleen naar de rechter, nee: ze verzamelen ook oplossingen. Zie Urgenda.nl. Maar lees eerst in dit praktijkkatern hoe jij, or-lid, zelf een begin van een verschil kunt maken. Want die positie heb je.


Foto: Chantal Bekker, Urgenda