[update 3:]

Lou Reed ontmoet Francis Bacon

Lou Reed zei een keer over zijn album ‘New York’ (1989, zijn meest samenhangende en constante soloplaat) dat je het kon lezen zoals je een roman leest. De nummers zijn daarin de verschillende hoofdstukken.

Ik dacht hieraan toen ik las wat Wilmie Geurtjens (op de site van de UCK, https://www.communicatiekring.nl/k/n119/news/view/6640/1602/borsthonger-geen-boek-voor-luie-lezers.html) mij had ontlokt, namelijk de uitspraak dat Borsthonger geen roman is voor luie lezers. Later nuanceerde ik dat in: maar wel voor langzame lezers.  Maar ook dat is niet de hele waarheid. Net zoals rocker Reed zijn langspeelplaat vol liedjes vergelijkt met een roman vol hoofdstukken, kun je ook het omgekeerde doen. Namelijk een boek vergelijken met een muziekstuk.

Tijdens het schrijven van deze roman was ik mij er geregeld van bewust dat ik te werk ging zoals componisten doen: je schept een compositie, die bestaat uit een opeenvolging van allerlei stukken die verschillen in sfeer, tempo, ritme, toonsoort, thematiek enzovoort. Tussen die stukken bestaan contrasten die maken dat je genoeg variatie ervaart, maar ook verbanden die ervoor zorgen dat je de grote lijn niet uit het oog verliest. Soms probeer ik tot het randje te gaan met het oprekken van de ruimte tussen die verbanden. Andere keren herhaal ik juist bepaalde scènes, handelingen of thema’s om ze steeds vanuit een iets ander perspectief te tonen. Dat perspectief verandert door de handelingen of scènes die je intussen hebt gelezen.

Dit alles nuanceert ook de toepasselijkheid van het citaat van Bacon (1625), zie de foto. Het is namelijk niet zo dat dit boek geschreven is of gelezen wordt in één tempo, in één ritme of toonsoort. Daarin zit juist variatie. Elke lezer leest zoals hij dat gewend is. Maar ik kan wel alvast verklappen dat waar het lezen van de eerste delen sterk lijkt op het verzamelen van scherven, en het verhaal soms nogal meandert en daarmee uitnodigt tot traag lezen, proeven – dat er in deel drie een misschien onverwachte vaart in komt die naar het slot blijft toenemen.

[update 4:]

Naar de drukker

Ruim een week voor het verstrijken van deze campagne hebben we de 120 procent gepasseerd! Ik sprak er deze week nog met een vriend over: het is een kunst om hulp te vragen – en vervolgens ook te ontvangen. Dankzij jullie begin ik het te leren. Nu is dat wel een stuk makkelijker omdat er iets tegenover staat – in de meeste gevallen dan. Er zijn ook 18 mensen die dit project puur met een gift ondersteunen en er niets voor terugverlangen. Maar de overige 103 deelnemers (ik vind ‘donateurs’ in dit verband een verkeerd woord) krijgen er een boek van ruim 340 pagina’s voor terug, dat hopelijk ook voor een memorabele leeservaring zorgt.

Het is een enerverend gebeuren, zeker als je het nooit eerder gedaan hebt voor een eigen zaak: zo’n campagne voeren als hier op de site van Voordekunst. Met enerverend bedoel ik: opwekkend, verrassend en (in)spannend tegelijk. Ik word goed begeleid en krijg leuke en meestal handzame tips van het Voordekunst-team. Als ik vragen heb is er binnen een paar uren een uitgebreid antwoord.

Maar het mooist zijn toch de vele reacties, die opbeurend en vaak zelfs hartverwarmend zijn. Veel mensen bestellen een boek zonder een reactie te geven en dan kan de naam die ik erbij lees al hartverwarmend zijn, bijvoorbeeld omdat ik diegene meer dan tien jaar niet meer in het echt heb gesproken. Of omdat ik iemand juist pas kort ken en het me verbaast hoezeer me dit blijkbaar wordt gegund. Dit alles maakt dat ik vrolijker en emotioneler ben dan anders. Het leven krijgt wat meer glans, de aanbrekende lente ondergaat een soort intensivering – en dat ondanks de oorlog die in het oosten van Europa woedt. Daarbij valt alles in het niet.

Maar zoveel zinloze vernietiging moet vooral geen reden zijn om de kunst en de cultuur de rug toe te keren. Integendeel. Die heeft een grens-overstijgende, verbindende werking omdat hij universele menselijke gevoelens tot uitdrukking brengt, zoals de Oekraïens-Russische dirigent Vasily Petrenko een week geleden zei in de grote zaal van Vredenburg. Na zijn roerende speech vuurde hij het honderdkoppige Radio Filharmonisch Orkest aan tot een werkelijk verpletterende uitvoering van de Sacre du Printemps. Uit 1913, dit meesterwerk, en nog even stomend en dampend van leven als de lente zelf.

Zo kom ik opnieuw op wat het luisteren naar muziek en het lezen van een boek gemeen hebben. Als de maker er zijn of haar ziel in legt en het lukt om deze over te brengen op de lezer, dan gebeurt er iets dat we gerust magisch mogen noemen. Dat is het proces van de menselijke verbeeldingskracht. De woorden die je leest, de klanken waar je naar luistert tillen je op en voeren je mee naar een andere wereld, een wereld die even uniek is als jijzelf bent en die je desondanks deelt met iedereen die het werk ook leest, luistert, ondergaat en daarmee herschept. Dat is meer dan alleen wat afleiding uit de dagelijkse werkelijkheid. Dat is je bestaan ervaren, tussen de mensen en als onderdeel van de natuur. Grote woorden misschien, maar dat moet dan maar even. Ik hoop dat mijn lezers straks, na 4 april, in elk geval iets uit die stroom verhalen uit dit boek tot leven kan wekken dankzij het wonder van die gedeelde verbeeldingskracht.

Gisteren, op 18 maart heeft vormgever Edwin de proef naar de drukker gestuurd. Begin april komen de dozen deze kant op.

[update 5:]

Die titel

Op de voorlaatste dag van deze campagne staat de teller op 131%. Een prachtig resultaat dat mijn verwachtingen overtreft. Ik word er bijna verlegen van. Dat zou terecht zijn als ik niets te bieden had en dat heb ik gelukkig wel: Borsthonger, een reis van 345 pagina’s in vier delen die samen 57 hoofdstukken tellen. Ik kan niet wachten om het eerste exemplaar in handen te krijgen. Dat komt binnen op vrijdag 1 april, zonder grappen. Al blijft de officiële dag van verschijnen 4 april, de vierde van de vierde, al was het maar omdat het verhaal ook speelt op deze datum, ergens rond het jaar tien van deze eeuw.

Even over die titel. De reacties die ik erop krijg zijn wisselend. ‘Fascinerend’, hoor ik geregeld, en ‘intrigerend’, wat bijna hetzelfde is. Een echte oud-vakbondsman vroeg me: ‘Vind je mij een klein mager mannetje?’ Niet bepaald, zei ik, je bent een grote stevige kerel. ‘Toch zeiden ze dat tegen mij toen ik jong was’, ging hij verder, ‘dat ik een klein mager mannetje zou blijven. Omdat ik geen borstvoeding heb gekregen van mijn moeder. Daar heb ik een leven lang borsthonger aan overgehouden!’

Een mooie ontboezeming, om in jargon te blijven. Een buurvrouw die graag leest had geaarzeld voordat ze intekende op mijn boek. ‘Het kwam door die titel. Daar had ik moeite mee.’ Op mijn vraag of ze die weerzin nader kon beschrijven, liet ze haar tanden zien en maakte een klauwende beweging met haar handen. ‘Borst-hónger, dat klinkt nogal hebberig, agressief. Ik krijg daar een naar gevoel bij.’

Eerder had een vriendin het boek geïntroduceerd in haar leesclubje. Het voorstel sloeg niet aan. Allemaal vrouwelijk lezers, en dat is veelzeggend. Want toen ik vroeg waarom het hen niet aansprak, was het antwoord: het leek hen een echt mannenboek. En dat komt deels door die titel.

Ik geef toe dat ik een beetje gekwetst was door die uitleg. Ik kreeg de neiging om in de verdediging te schieten, om deze roman te verdedigen tegen dit snelle oordeel. Maar even later besefte ik ook dat ik dit zelf in de hand had gewerkt. Door de flaptekst, de beginhoofdstukken op mijn site, maar vooral door die titel.

Al jaren voordat het woord ’huidhonger’ in zwang kwam in verband met de recente pandemie kwam dit krachtige neologisme bovendrijven. Jarenlang bleef het staan boven mijn manuscript, tot zo’n jaar geleden. Ik werd er ineens zelf benauwd van. En ik veranderde de titel in ‘Daniëls borsthonger’. Terwijl ik aan de laatste revisie werkte liet ik dat zo staan. Een kantoorgenoot zag dat en riep verbaasd uit: ‘Wat, heb je de titel ineens gewijzigd? Waarom?’

Ik bekeek de nieuwe titel nog eens, en besefte dat het een afzwakking was; een concessie aan de ideeën waaruit dit verhaal is ontstaan. Ik schrapte de naam en kwam weer terug op het origineel.

Wie verder leest dan de beginhoofdstukken, komt er allengs achter dat dit boek weliswaar bewust uit het perspectief van een man is geschreven, maar tegelijkertijd allerminst een ‘mannenboek’ is. Door consequent te kiezen voor Daniëls optiek, komen de tekortkomingen van die mannelijke benadering des te duidelijker in beeld. Vooral omdat hij zo zijn best doet om zich te verplaatsen, om de vrouwen die hij kent en lief heeft te begrijpen. De vrouwen op hun beurt hebben er ook flink aan bijgedragen hem allerlei stereotypen in te prenten. Juist die wisselwerking, dat bevestigen en ontkennen, aantrekken en afstoten tussen de seksen (in dat decennium dat duidelijk nog voorafgaat aan de huidige era van gender-fluïditeit) en hoe hij zich daar stukje bij beetje van losweekt, dat is wat dit verhaal laat zien. De verschillende betekenissen onder dat nieuwe begrip ‘borsthonger’ komen een voor een tevoorschijn. De borst blijkt een enorm scala aan betekenissen en associaties te omvatten.

Lekker actueel ook, nog steeds, dat geworstel met borsten. Vandaag nog in Trouw, over Stella Bergsma:

https://www.trouw.nl/cultuur-media/stella-bergsma-laat-haar-tieten-spreken~ba9d4b44/

(Zie foto hierboven.)

 

[update 6:]

Succes – en verder

Afgelopen zondag (27 maart ’22) werd duidelijk dat 135 donateurs met ruim 140 donaties voor een uitkomst van 133% van mijn oorspronkelijk gestelde doel hebben gezorgd. Dat mag je best een succes noemen, en dat heb ik te danken aan jullie. Ook al vind ik ‘succes’ een lelijk woord dat ik niet zo snel met mij zelf in verband zal brengen. Maar ja, Voordekunst doet het op mijn campagnepagina, dus dan mogen wij het gerust ons succes noemen.

Overigens ben ik erg tevreden over Voordekunst en kan ik het iedereen aanbevelen die van plan is een fondswerving voor een artistiek product te beginnen.

Nu is het wachten op de boeken. Zijn ze in het echt even mooi als in de 3D-presentatie die ik van vormgever Edwin ontving? Zou er de juiste boekengeur aan kleven? Dat moeten we allemaal afwachten.

En als ze eenmaal binnen zijn krijg ik nog genoeg te doen. Voordekunst stuurde een excell-sheet met wie wat heeft gekocht, bij wie er iets in het boek geschreven moet worden, wie wat komt halen en wat ik naar wie moet opsturen. Dat ophalen moet ook gestroomlijnd want 42 mensen kozen daarvoor. En dan de rest inpakken en adresseren en posten. Plus nog wat lezingen inplannen. De eerste is voor mijn eigen broodfonds Meerwaarde, op 20 april. Ik ben al geschikte hoofdstukken aan het kiezen om voor te lezen voor verschillende soorten publiek.
En dan moet ik ook de rest van deze oplage nog aan de man brengen, minder dan de helft weliswaar, maar toch. Daarvoor ga ik naar boekhandels en een paar van mijn supporters doen dat ook. Spannend allemaal, maar ook lekker concreet.

En vervolgens afwachten of er reacties komen, en hoe die zullen luiden. Nog spannender. Het schrijven aan mijn volgende boek zal nog even op zich moeten laten wachten.