poëzie

Cosmea

Cosmea

Tegen de beelden verdoemde feiten

van alweer een nieuwe oorlog

vraagt mijn euvel oog de troost

van een bloem, de tweekleurige

wit-roze cosmea dient zich aan en

 

in haar naam draagt zij de hele

kosmos, waarom als dit al bestaat

dan ook dat – stof, puin, scherven,

rook, as, staal, sterven, bloed, stof –

sluit zij de krant buiten en in

 

 

 

JJ 9 oktober ‘23

Wormmaan (of windmaan)

Volle maan in maart wordt van oudsher ‘wormmaan’ genoemd, of ook ‘windmaan’. Zo las ik in de onvolprezen tuinscheurkalender van Paul Geerts en Romke van de Kaa. Rond die vollemaantijd komen de wormen uit de grond en het kan ook flink waaien, aldus de etymologie.

Dus liep ik op een avond onder de stralende maan met die fascinerende benamingen in mijn hoofd en al lopend vormden zich zinnetjes. Die zinnetjes schikten zich tot dit gedicht, hoe moet ik het anders noemen.

Allan noemde me al een ‘weerwolf’, waar ik me best in kan vinden. Maar het gedicht blijkt toch vooral een in memoriam.

 

Ga naar de bovenkant